Kerst

In Nederland vieren we kerst op 25 en 26 december. Veel Nederlanders hebben een versierde kerstboom in huis. En ze hangen lichtjes op. Dat is leuk om te zien, omdat het vroeg donker is in december. In de dagen voor kerst, sturen veel mensen een kerstkaart naar vrienden en familie. Mensen die bij een bedrijf werken, krijgen vaak een kerstpakket van het bedrijf. Er zijn ook veel kerstmarkten in december, daar kun je dan cadeautjes of iets lekkers te eten kopen.

Op 24 december is het kerstavond. Sommige mensen spreken dan af met vrienden of familie om cadeautjes uit te pakken. Ze leggen de cadeautjes dan eerst onder de kerstboom. Sommige mensen gaan ook naar de kerk, op kerstavond of op eerste kerstdag. Veel mensen gaan bij elkaar eten of eten in een restaurant. Dit noemen we het kerstdiner. Mensen kleden zich vaak mooi aan met kerst.

Nederlanders hebben soms een kerststal in huis. Met beeldjes maken mensen dan het beeld van de geboorte van Jezus na. In een stal staan beeldjes van Maria, Jozef, de drie wijzen, een os, een ezel en natuurlijk Jezus als baby. Op kerstmarkten zie je soms levende kerststallen, mensen beelden dan de geboorte van Jezus uit.

Kerstwoordzoeker

Zoek de woorden, klik de eerste en de laatste letter aan. Als je het woord gevonden hebt, wordt het groen.

Kerstwoorden

Kerstliedje Flappie - Youp van 't Hek


Het was kerstochtend 1961
Ik weet het nog zo goed
Mijn konijnenhok was leeg
En moeder zei dat ik niet in de schuur mocht komen
En als ik lief ging spelen dat ik dan wat lekkers kreeg

Zij wist ook niet waar Flappie uit kon hangen
Ze zou het papa vragen maar omdat ‘ie bezig was
In dat fietsenschuurtje moest ik maar een uurtje
Goed naar Flappie zoeken
Hij liep vast wel ergens op het gras

Maar ik had ’t hok toch goed dicht gedaan?
Zoals ik dat elke avond deed
Ik was de vorige avond zelfs nog terug gegaan
Ik weet ook niet waarom ik dat deed
Ik had heel lang voor het hok gestaan alsof ik wist
Wat ik nu weet

Het was eerste kerstdag 1961
Wij naar Flappie zoeken vader
Die zocht gewoon mee
Bij de bomen en het water
Maar niet in dat fietsenschuurtje
Want daar kon ‘ie toch niet zitten?
En ik schudde nee

We zochten samen, samen tot de koffie
De familie aan de koffie, maar ik hoefde niet
Ik dacht aan Flappie en dat het ’s nachts zo koud kon vriezen
Mijn hoofdje stil gebogen dikke tranen van verdriet
Want ik had het hok toch goed dicht gedaan?
Zoals ik dat elke avond deed
Ik was de vorige avond zelfs nog terug gegaan
Ik weet ook niet waarom ik dat deed
Ik had heel lang voor het hok gestaan alsof ik wist
Wat ik nu weet

Het was eerste kerstdag 1961
Er werd luidruchtig gegeten maar dat deed me niet zoveel
Ik dacht aan Flappie, mijn eigen kleine Flappie
Waar zou die lopen, geen hap ging door m’n keel
Toen na de soep het hoofdgerecht moest komen
Sprak mijn vader uiterst grappig “Kijk Youp daar is Flappie dan”
En ik zie de zilveren schaal nog en daar lag ie in 3 stukken
Voor het eerst zag ik mijn vader als een vreselijke man

En ik ben gillend en stampend naar bed gegaan
Heb eerst een uur liggen huilen op de sprei
Nog één keer scheldend boven aan de trap gestaan
En geschreeuwd Flappie was van mij
Nog heel lang voor het raam gestaan maar het hok stond er maar verlaten bij

Het was tweede kerstdag 1961
Moeder weet dat nog zó goed, vaders bed was leeg
En ik zei dat zij niet in de schuur mocht komen
En als ze lief ging spelen dat ze dan wat lekkers kreeg

Kerstliedje Kinderen voor Kinderen

Niets is cooler dan kerstmis