Je woordenschat vergroten met 132 versterkende adjectieven

Word jij ook hondsmoe van al die gloednieuwe woorden?

In het Nederlands kunnen we adjectieven versterken door er een ander woord voor te zetten. Je kunt ‘heel’, ‘erg’ of ‘super’ voor een adjectief plaatsen. Je kunt ook vaste combinaties gebruiken. In plaats van ‘erg donker’ zeggen we dan ‘aardedonker’. De adjectieven die we hiermee versterken hebben een vaste combinatie met een ander woord. Je vindt een lijst van deze vaste combinaties op deze pagina.

Let op: er zijn regionale verschillen. In Brabant gebruiken mensen bijvoorbeeld voor heel veel woorden ‘kei-‘ (keileuk, keigaaf, keigoed…).

Leren en oefenen

Scroll naar beneden voor de link naar Quizlet om de nieuwe woorden te leren. Wil je meteen oefenen met puzzels van LeSNT2?

Ik wil oefenen!

We hopen dat je nu niet meer doodsbang bent voor deze ellenlange lijst met spiksplinternieuwe woorden!

  1. aardedonker
  2. aartslui
  3. apetrots
  4. beeldschoon
  5. beresterk
  6. bikkelhard
  7. bliksemsnel
  8. bloedheet
  9. bloedlink
  10. bloedmooi
  11. bloedserieus
  12. bomvol
  13. boomlang
  14. boterzacht
  15. brandschoon
  16. broodmager
  17. broodnodig
  18. broodnuchter
  19. dolblij
  20. dolgelukkig
  21. dolgraag
  22. doodeenvoudig
  23. doodgewoon
  24. doodkalm
  25. doodsbang
  26. doodsbenauwd
  27. doodstil
  28. doodziek
  29. drijfnat
  30. ellenlang
  31. flinterdun
  32. fluweelzacht
  33. fonkelnieuw
  34. gitzwart
  35. glashard
  36. gloednieuw
  37. gortdroog
  38. goudeerlijk
  39. graatmager
  40. haarfijn
  41. haarscherp
  42. hagelwit
  43. hondsbrutaal
  44. hondsmoe
  45. hondstrouw
  46. huizenhoog
  1. ijskoud
  2. ijzersterk
  3. kaarsrecht
  4. kakelvers
  5. keihard
  6. kerngezond
  7. kersvers
  8. klaarwakker
  9. kleddernat
  10. kletsnat
  11. knettergek
  12. kokendheet
  13. kotsmisselijk
  14. kraakhelder
  15. kurkdroog
  16. ladderzat
  17. levensgevaarlijk
  18. levensgroot
  19. lijkbleek
  20. loodzwaar
  21. mierzoet
  22. moddervet
  23. morsdood
  24. muisstil
  25. muurvast
  26. oersaai
  27. oliedom
  28. peperduur
  29. piekfijn
  30. piepjong
  31. piepklein
  32. pijlsnel
  33. pikdonker
  34. pikzwart
  35. poedelnaakt
  36. poeslief
  37. potdicht
  38. propvol
  39. puntgaaf
  40. ragfijn
  41. rasecht
  42. razendsnel
  43. schatrijk
  44. smoorverliefd
  45. sneeuwwit
  46. snikheet
  1. snipverkouden
  2. snoeihard
  3. snotverkouden
  4. spekglad
  5. spiernaakt
  6. spierwit
  7. spiksplinternieuw
  8. spotgoedkoop
  9. springlevend
  10. spuuglelijk
  11. spuugzat
  12. stapelgek
  13. steengoed
  14. steenkoud
  15. steenrijk
  16. stekeblind
  17. stikheet
  18. stikjaloers
  19. stinkendrijk
  20. stokdoof
  21. stokoud
  22. stokstijf
  23. stomdronken
  24. stomtoevallig
  25. stomverbaasd
  26. stomvervelend
  27. straalbezopen
  28. straatarm
  29. stronteigenwijs
  30. torenhoog
  31. vederlicht
  32. vliegensvlug
  33. vlijmscherp
  34. vuistdik
  35. vuurrood
  36. wereldberoemd
  37. wildvreemd
  38. zeiknat
  39. zielsgelukkig
  40. zijdezacht
back to language questions
Leer de woorden met Quizlet!